Ingrediënten
- 300 g kabeljauwfilet
- 2 el bloem
- 4 struikjes witlof
- 50 g boter
- sap ½ citroen
- 125 ml crème fraîche
- 1 el grove mosterd
- 1 eetlepel gembersiroop (uit een potje gember)
- peper en zout
Bereiding
- Snijd de kabeljauw in 2 gelijke stukken en bestrooi ze met zout en peper.
- Wentel de stukken door de bloem. Maak de struikjes witlof schoon en snijd ze in de lengte in smalle reepjes.
- Smelt de boter in een ruime koekenpan en bak de kabeljauwfilets op matig hoog vuur in 4-6 minuten bruin en gaar, keer ze halverwege. Houd de filets warm onder aluminiumfolie.
- Bak de reepjes witlof in het bakvet op hoog vuur al omscheppend in ongeveer 3 minuten beetgaar.
- Roer het citroensap, de crème fraîche, de mosterd en de gembersiroop erdoor en warm het geheel nog ca. 1 minuut zachtjes door.
- Schep de witlof met saus op 2 warme borden en leg de kabeljauwfilet erop.
Kabeljauw
De meeste kabeljauwachtigen zijn gemakkelijk te herkennen aan de 3 rugvinnen en de 2 buik- of anaalvinnen. De kabeljauw wordt maximaal 1,9 meter lang en is een vissoort die alleen in koudere gebieden voorkomt.
Voedingswaarden:
Per 100 gram onbereid product:
- Energie:
-
72 kcal/304 kj
- Vetten:
-
0.70 g.
- Eiwitten:
-
16.40 g.