Bereiding

1. Verwarm de oven voor op 190°C.
2. Breng de aardappeltjes met schil in een diepe pan met een flinke laag water aan de kook en kook ze in 15-20 minuten gaar. Giet af.
3. Was en snijd de venkel in lange repen. Smelt 25 gram boter in een diepe pan op middelhoog vuur. Voeg, als de boter bruin begint te worden, de repen venkel en een beetje zout toe en bak ze 3 minuten. Schep geregeld om. Voeg 5 eetlepels cider of appelsap toe en laat de venkel op een vrij laag vuur in ca. 10 minuten gaar worden. 
4. Dep ondertussen de griet droog met keukenpapier. Vet het bakblik in met een klein beetje boter, bestrooi met een beetje peper en zout en leg de vis erin. Bestrooi de vis met wat zout. Knip de druiven in kleine trosjes en leg ze erbij. Schenk de rest van de cider of het sap over de vis. Zet het in de oven en laat de griet in 15-20 minuten gaar worden (kleintje in 10-15 minuten). Prik met een vinger midden in de vis tot je de graat voelt. Als die lekker warm is, is de griet klaar.
5. Snijd, terwijl de griet in de oven staat, de appel in 8-12 partjes. Smelt de rest van de boter in een koekenpan op hoog vuur en bak de partjes appel lichtbruin. Schuif de appel aan de kant van de pan. Voeg de zeekraal toe en roerbak 2 minuten. 
6. Leg de griet met de druiven, de appel en zeekraal op een grote schaal of plank. Giet voor de saus het vocht uit het bakblik in de koekenpan en breng op hoog vuur aan de kook. Roer er 1 eetlepel allesbinder door. Laat even pruttelen. Roer er, als de saus nog te dun is, nog 1 of 2 eetlepels allesbinder door. Laat even pruttelen. Proef en breng op smaak met peper en zout. 
7. Zet de vis, aardappeltjes, venkel en saus op tafel. Fileer de vis aan tafel. Kijk hier hoe dit moet.