Bereiding

1. Verwijder het vel van de makreel en verdeel de makreel in stukjes.
2. Verwijder houtige stukjes van de zeekraal die eraan kunnen zitten.
3. Snijd de lente-uitjes in stukjes.
4. Verhit een scheut olie in een diepe pan en bak ¾ van de lente-uitjes 1 minuut. Rasp ondertussen de sinaasappelschil erboven. Voeg royaal peper toe. Schep de ongekookte rijst door de uitjes in de pan. Schenk er ¾ liter bouillon bij. Omroeren, tegen de kook laten komen en de pilau op een laag vuur met het deksel op de pan zachtjes gaar laten worden. (ca. 15 minuten). Voeg zo nodig tussentijds meer bouillon toe.
5. Snijd ondertussen de sinaasappel in 4 parten.
6. Proef of de rijst gaar is. Schep dan de zeekraal, de rest van de lente-uitjes en de makreel erdoor. Knijp de halve sinaasappels erboven uit. Laat met de pilau met het deksel op de pan 3 minuten doorgaren.

Serveertip: lekker met een gemengde salade met doperwtjes.

Variatietip: vervang de makreel door warm gerookte zalm of gerookte forel.