Fruits de mer

Fruits de mer stijgen razendsnel in populariteit, maar hoeveel mensen weten er nu eigenlijk dat deze lekkernijen uit onze eigen Noordzee komen? We kennen de prachtige etagères op de pittoreske Franse terrasjes, vol met noordzeekrab, mesheften en langoustines. Laat de Franse naam je niet in verwarring brengen, want deze worden allemaal voor onze eigen deur gevangen. In de maand juli zet het Nederlands Visbureau deze fruits de mer letterlijk op de kaart als ‘vis’ van de maand. Dat de Hollandse garnaal voor de deur wordt gevangen, is algemeen bekend, maar onze Noordzee zit ook vol met schelp- en schaaldieren zoals kreeften, krabben en mosselen.

Fruits de mer Paspoort

Naam: Fruits de mer (zeevruchten)

Leefgebied: Noordzee, Oosterschelde, Waddenzee en Grevelingenmeer.

Kleur: Een plateau fruits de mer is een plaatje voor het oog met alle verschillende schaal- & schelpdieren.

Hollandse zeevruchten

Kreeften

In Nederland zijn drie soorten kreeften te verkrijgen. Het gaat om de Europese zeekreeft, de Oosterscheldekreeft en langoustine. De Europese zeekreeft en langoustines worden gevangen in de Noordzee en in Nederland aan wal gebracht. De Oosterscheldekreeft wordt enkel in de Oosterschelde in de provincie Zeeland gevangen.

Krabben

De Noordzeekrab is een tienpotig schaaldier met een bruinrood pantser. Het pantser kan een breedte van 20 cm bereiken. De scharen van de Noordzeekrab lopen over van bruinrood naar zwart. Het dier leeft tussen de rotsen en stenen in de Noordzee tot aan Noorwegen.

Garnalen

In Nederland zijn vier soorten garnalen te verkrijgen. De lokaal gevangen soorten zijn de Hollandse Garnaal en de steurgarnaal.

Schelpdieren

Schelpdieren zijn zachte weekdieren met een harde schelp. Er wordt een verschil gemaakt tussen enkelkleppige en tweekleppige schelpdieren. De tweekleppige schelpen die in Nederland verwaterd worden komen uit de Noordzee (mesheften) en uit de Waddenzee (kokkels). De mosselen die in Nederland verkrijgbaar zijn worden gekweekt. De piepjonge mossels, mosselzaad, worden opgevist uit de Waddenzee om vervolgens gezaaid te worden opeen andere bodem in de Oosterschelde of het Waddengebied.
In Nederland kennen we twee soorten oesters: de inheemse platte oester (Ostrea edulis) en de uitheemse holle oester (Crassostrea gigas). Die laatste wordt ook wel creuze genoemd en is al in de 16^e of 17^e eeuw door de Portugezen vanuit Japan naar Europa gebracht. Beide soorten worden in de Oosterschelde en het Grevelingenmeer gekweekt, maar oesters komen ook in het wild voor. Op het wad wordt de holle oester met de hand geoogst.