Pelagische visserij
De pelagische visserij maakt gebruik van zogenaamde vriestrawlers die enkele weken op reis zijn om vissoorten te vangen, die zich in het midden van de waterkolom bevinden en in grote scholen bijeen zwemmen. De Nederlandse rederijen vissen met grotere trawlers op voornamelijk haring, makreel, blauwe wijting en sardinia. Ze blijven veelal een aantal weken op zee. Dit verklaart ook de grootte van schepen. Alle vis (pelagische vis) wordt na sortering direct ingevroren en in kartonnen dozen verpakt. In het schip is zogenoemd een volledige verwerkingsfabriek evenals een vrieshuis ondergebracht.
Trawlen
Trawlen is wereldwijd de meest gebruikte vangsttechniek. Een trawlnet is een puntzak, waarbij de punt van de zak de kuil is waarin de vis terecht komt. De trawl wordt ook wel sleepnet genoemd. Het net wordt achter het schip door het water gesleept waarbij twee scheerborden het net open houden. Met de enkelvoudige trawlervisserij wordt met name rondvis gevangen (kabeljauw en wijting). De grootte van het net hangt af van het vermogen van het schip. Hoe meer vermogen, hoe groter het net kan zijn.
Vissoorten die met deze techniek worden bevist: kabeljauw, wijting, makreel en haring
Lees ook:
Vissen op bodemsoorten
Vissen die leven op of dichtbij de zeebodem, worden bevist met demersale vangsttechnieken. Lees alles over de verschillende (innovatieve) technieken en welke soorten er mee gevangen worden door de Nederlandse vissersvloot.
Naar Visserij op bodemsoorten (demersale vangsttechnieken)