Vangsttechnieken bodemvissen
Er zijn veel verschillende vangsttechnieken die worden gebruikt om vissen te vangen die zich begeven op of dichtbij de zeebodem. Dit noemen we ook wel demersale vangsttechnieken. Sommige worden al generaties gebruikt en andere zijn relatief nieuw en innovatief. Hieronder lees je hoe de verschillende technieken in z'n werk gaan en voor welke vissoorten ze worden gebruikt.
Boomkortechniek
De boomkortechniek is de oudste en meest traditionele techniek van vissen. Het is een actieve vismethode waarbij platvis opgeschrikt wordt van de bodem en zo in de sleepnetten terecht komt.
Bij de traditionele boomkorvisserij hangt zowel aan de bakboord- als aan de stuurboordkant van de kotter een net in het water aan gieken. Er wordt dus met twee netten tegelijk gevist. Tijdens het vissen staan de twee gieken vrijwel horizontaal boven het water. Ieder visnet is met een vislijn vastgemaakt aan de giek en wordt opengehouden door een boom. Aan de uiteinden van de buis zitten sloffen. Achter de buis hangt een kuilvormig net. Een kotter sleept twee van deze korren over de zeebodem. Op het wad en in de kustwateren wordt de boomkor gebruikt voor de vangst van garnalen. Voor de vangst van platvis worden de korren voorzien van zware kettingen die over de zeebodem schrapen.
Vissoorten die met boomkortechniek worden bevist:
Garnalen, tong schol, tarbot
Pulstechniek
Platvis (waaronder schol en tong) zit vaak in de zeebodem verstopt. De pulskor is een vistuig dat met elektrische pulsjes (stroomstootjes van max. 15 Volt) de vissen uit de bodem doet opschrikken waardoor deze in het net zwemmen.
De pulstechniek verving hiermee de traditionele ‘wekkers’ (kettingen) van de Boomkor die over de bodem slepen. De pulstuigen zijn veel lichter en zorgen voor veel minder bodemberoering. Hierdoor is het brandstofverbruik bij vissen met de pulskor 20 tot 40% lager dan bij gebruik van wekkerkettingen. De vis wordt door de stroomstootjes niet gedood of verdoofd, maar alleen opgeschrikt. Andere voordelen zijn geringe(ongewenste) bijvangst en een grotere opbrengst.
De innovatieve pulskor is, zoals in alle media uitvoerig aan de orde kwam, na een veelbelovende introductie door de Nederlandse vloot, niet langer toegestaan. Ondanks de verduurzaming, ondersteund door wetenschappelijke adviezen, heeft het Europees Parlement verdere toepassing een halt toegeroepen.
De kottersector is inmiddels volop aan het testen met nieuwe alternatieven, onder meer met gebruikmaking van luchtdruk als ook met gebruikmaking van waterdruk. Nieuwe innovaties vragen evenwel tijd voor ontwikkeling en testen.
Vissoorten die met pulstechniek werden bevist:
Tong, schol, tarbot, schar en griet.
Sumwingtechniek
De sumwingtechniek is een innovatie op de boomkorvisserij met zware wekkerkettingen wat enorm veel brandstof kost. De visserijsector is hiervoor op zoek gegaan naar kostenbesparende alternatieven.
Sinds 2007 is proefgevaren met de sumwing, een zwevende vleugel met netten. Het vistuig is veel lichter dan de traditionele boomkor en heeft minder weerstand omdat er geen sloffen, zware gewichten die over de zeebodem glijden, meer nodig zijn. Dit bespaart tot elf procent aan brandstofkosten en zorgt voor minder bodemberoering.
Vissoorten die met sumwingtechniek worden bevist:
Alle platvissoorten waaronder tong en schol
Twinrig- en quadrigtechniek
De Twinrig- en quadrigtechniek is een moderne vorm van bordenvisserij waarbij twee of meer sleepnetten met elkaar zijn verbonden.
De scheerborden zitten aan de buitenzijden van de constructie en tussen de netten in zitten sloffen. Dat zijn zware gewichten die over de zeebodem kunnen glijden. Een kleine kotter kan op deze manier met vrij weinig vermogen en met lage snelheid een groot bodemoppervlak bevissen. Twinrig- en quadrigvisserij is sterk in opkomst als alternatief voor de boomkorvisserij. Het is milieuvriendelijker doordat er minder brandstofverbruik en minder bodemberoering is. Bij multirigging worden meer dan twee netten gekoppeld, bijvoorbeeld drie paren van twee netten. Binnen de Nederlandse visserijvloot zijn twin- en multirigsystemen vooral in opkomst bij de Wieringer vissers die langoustines vangen. Ook een toenemend aantal Urker scholvissers gaat over op de twin.
Vissoorten die met twinrig- en quadrigtechniek worden bevist:
Zowel platvis als rondvis waaronder rode poon en mul maar ook de langoustine
Outrigtechniek
Doordat het vissen met de twinrig minder brandstof gebruikt dan met de boomkor heeft men het outrigtechniek uitgevonden. Deze techniek is gebaseerd op de boomkor.
Het schip laat aan beide zijden door middel van de gieken twee netten met scheerborden te water. Het grote verschil is dat de boom vervangen is door borden (zie twinrig). Ook zijn de vangstsoorten anders dan met de boomkor. Outriggen is ook duurzamer dan de boomkor, omdat deze techniek minder (ongewenste) bijvangst tot gevolg heeft en er de helft minder brandstof nodig is.
Vissoorten die met outrigtechniek worden bevist:
Voornamelijk schol
Flyshoottechniek
Flyshoot is een visserijtechniek die zijn oorsprong kent in Denemarken en Schotland. In Schotland heeft men de Deense methode aangepast en gemoderniseerd.
Een flyshooter vist achter het schip met lijnen, ofwel zegentouwen, met daaraan een net. Tijdens het vissen worden de zegentouwen met het net naar het schip gehaald. De zegentouwen rollen over de bodem en veroorzaken stofwolken die de vissen opschrikken en ervoor zorgen dat ze voor de touwen blijven uitzwemmen. De sterke en grote vissen blijven voor de zegentouwen uitzwemmen en worden bij het naderen van het schip en het halen samengedreven naar de netopening.
Flyshooten is alleen effectief bij voldoende daglicht. Bij voldoende daglicht kunnen de vissen de zegentouwen zien. Flyshooters vissen dus alleen overdag. De flyshoot-visserij gaat het beste in vlakke, zanderige zeegebieden zonder obstakels. Daarom wordt er veel gevist in Het Kanaal en in bepaalde delen van de Noordzee. De vistechniek is erg in opkomst doordat het een hele duurzame methode is. Bij de flyshootvisserij is sprake van een opvallende vermindering van het brandstofverbruik. Per liter brandstof wordt bij de flyshootvisserij aanzienlijk meer vis gevangen dan bij de boomkorvisserij het geval is.De kwaliteit van de vis die in de flyshootvisserij wordt gevangen, is opvallend goed in vergelijking met bijvoorbeeld vis gevangen met de boomkor. Dit komt enerzijds doordat er zeer weinig grondvuil wordt meegevangen waardoor de vis wordt beschadigd kan worden. Anderzijds beweegt het net zich zeer langzaam door het water en verblijft de vis maar kort in het net. De meeste vis komt pas in het net tijdens de laatste fase van de trek. Verder De heeft het als belangrijk ecologisch voordeel dat de bijvangsten aan ondermaatse vis zeer gering zijn.
Vissoorten die met flyshoottechniek worden bevist:
Voornamelijk schol
Staandwanttechniek
Staandwant visserij is de samenvattende term voor alle vismethoden waarbij het net stil staat in het water (passieve visserij).
Deze netten worden met behulp van drijvers en een verzwaarde lijn aan de onderzijde van het net ‘staand’ in het water opgesteld, en na verloop van tijd binnengehaald. De netten worden rond een wrak of in open zee als een gordijn uitgezet en na verloop van tijd wordt de vangst opgehaald. Bij deze vorm van visserij zijn de bodemberoering en bijvangsten klein. Kleine vissen kunnen vlot door de netten zwemmen en enkel vissen van de gewenste soort en grootte blijven steken. Deze vissen proberen zich terug te trekken maar blijven met hun kieuwen aan het net vasthangen.
Vissoorten die met staandwanttechniek worden bevist:
Tong en kabeljauw
Korven (fuiken en vallen)
Korven en vallen worden vaak gebruikt voor de vangst van bodemschaaldieren. Ze worden voorzien van aas van verse of gezouten vis en op de zeebodem geplaatst.
Bepaalde boten lossen hun vangsten dagelijks; anderen bewaren hun vangst voor meerdere dagen/weken in met water gevulde ruimten. Deze vangstmethoden zijn selectief en kunnen als duurzaam worden beschouwd.
Vissoorten die met korven worden bevist:
Krab, kreeft, wulk, langoustine en octopus
Longlinen (beugvisserij of lijnenvisserij)
Bij longlinen wordt een lange hoofdlijn uitgezet van zo’n 40 tot 100 km lang. Aan de hoofdlijn zitten dwarslijnen met haken voorzien van aas. Het aas is vaak kleine intkvis of garnaal uit de diepvries.
In de Noordzee wordt deze techniek alleen gebruikt door enkele vissers uit het Verenigd Koninkrijk en op het IJsselmeer door palingvissers. Er is relatief weinig brandstofverbruik en een kleine bodemimpact.
Vissoorten die met longlinen worden bevist:
Zowel pelagische vissen (zoals tonijn en zwaardvis) als bodemvissen (zoals heilbot)
Het verhaal van... Pieter
Op zee, schipper op de OD6 uit Ouddorp
Zoals bij veel "Mannen van de Zee", zit het vissersbloed ook bij de familie van Pieter Sperling in de genen. Vele generaties vissermannen gingen hem in de familie voor. Pieter vaart als schipper op de OD6 'Zeldenrust' die voornamelijk vist op schol en tong met behulp van de duurzame twinrigtechniek.
"Van mei tot oktober vissen we op de doggersbank waar de schol van topkwaliteit is. Het net van de twinrig beroert de zeebodem minimaal en zorgt voor minder brandstofverbruik. Zo dragen we ons steentje bij als rentmeesters van de zee"
Ook interessant: