Bijvangst uitgelegd
Bijvangst is, strikt genomen, vis die meegevangen wordt met de doelsoort van de vissersschepen. Stel, een schip vist op tong in de Noordzee, dan zullen er andere platvissoorten zoals de schol in het net terecht komen. Dit is, in ieder geval nu nog, niet te vermijden. Het is niet mogelijk om de netten zo te maken dat je alleen tong vangt. In dit voorbeeld is schol de bijvangst. Een visser is hier blij mee, ondanks dat dit niet de doelsoort is. Schol is namelijk een commercieel interessante soort die hij goed kan verkopen. Dit noemen we dan ook gewenste bijvangst.
Ongewenste bijvangst
Er zijn echter ook soorten die commercieel niet interessant zijn of nog erg jong zijn. Dit noemen we ongewenste bijvangst. Voor een visserman is het verminderen van ongewenste bijvangst belangrijk, want dit zorgt dat het schip sneller vol is. Het moet dan eerder terug naar de haven moet en dat kost veel geld. Veel van de ongewenste bijvangst is ook nog eens niet geschikt voor menselijke consumptie. Door de veranderde wetgeving mogen vissers te jonge vis namelijk niet meer (levend) overboord gooien, zodat ze kunnen doorgroeien. Alle gevangen vis, inclusief ongewenste bijvangst, moet aan land gebracht worden.
De aanlandplicht
Volgens het Europese visserijbeleid hebben vissers een aanlandplicht. Dit betekent dat vissers bijvangst meenemen naar de wal (aanlandplicht). Ze mogen het niet teruggooien in zee. De bijvangst (te kleine vis) overleeft niet als het teruggegooid wordt. Door er veevoer, visolie of vismeel van te maken, is er geen verspilling. Vissers kijken hierdoor ook naar andere manieren om bijvangst te beperken. Bijvoorbeeld met beter vistuig en betere vissersschepen.