Bijvangst uitgelegd
Bijvangst is strikt genomen vis, die meegevangen wordt met de doelsoort van de vissersschepen. Stel, een schip vist op tong in de Noordzee, dan zullen er andere platvissoorten zoals de schol in het net terecht komen. Dit is, in ieder geval nu nog, niet te vermijden. Het is niet mogelijk om de netten zo te maken dat je alleen tong vangt. In dit voorbeeld is schol de bijvangst. Een visser is hier blij mee, ondanks dat dit niet de doelsoort is. Schol is namelijk een commercieel interessante soort die hij goed kan verkopen. Dit noemen we dan ook gewenste bijvangst.
Ongewenste bijvangst

Er zijn echter ook soorten die commercieel niet interessant zijn of nog erg jong zijn. Dit noemen we ongewenste bijvangst. Voor een visserman is het verminderen van ongewenste bijvangst belangrijk, want dit zorgt dat het schip sneller vol is en dus eerder terug naar de haven moet, wat veel geld kost. Veel van de ongewenste bijvangst is ook nog eens niet geschikt voor menselijke consumptie. Door de veranderde wetgeving mogen vissers te jonge vis namelijk niet meer (levend) overboord gooien, zodat ze kunnen doorgroeien. Alle gevangen vis, inclusief ongewenste bijvangst, moet aan land gebracht worden.
De aanlandplicht
In Juni 2011 schreef de Europese Commissie een voorstel om een aanlandingsplicht in te stellen omdat het teruggooien van vis wordt geassocieerd met verspilling. In februari 2013 hebben het Europese Parlement en de Europese raad uiteindelijk voor een aanlandplicht (discardban) gestemd. Deze aanlandplicht zou er voor moeten zorgen dat er minder verspilling is en dat vissers selectiever gaan vissen. In de vissector zijn de meningen over deze aanlandplicht erg verdeeld. Volgens sommigen zou dit juist voor meer verspilling zorgen, omdat jonge visjes voorheen de mogelijkheid hadden door te groeien door ze direct uit het net weer overboord te gooien. Vanaf 2019 zou deze wet volledig doorgevoerd moeten zijn.