Ingrediënten

  • 1,2 tot 1,5 liter visbouillon (eventueel tablet of kippenbouillon)
  • 5 el olijfolie
  • 1 ui, fijngesnipperd
  • 2 stengels bleekselderij, in kleine blokjes
  • 2 tenen knoflook, fijngehakt
  • 300 gram arborio risottorijst
  • 200 ml fles droge witte wijn
  • 2 venkelknollen, in repen + groene toppen geplukt
  • 3 eetlepels Parmezaanse kaas, geraspt
  • 3 eetlepels boter
  • 250 gram garnalen (om te wokken), ontdooid

Bereiding

Ook nodig: blokrasp



Breng de bouillon aan de kook. Verhit 3 eetlepels olie in een pan met een dikke bodem. Fruit de ui, bleekselderij en knoflook 5 minuten aan zonder te kleuren. Voeg de rijst toe bak 2 minuten mee. Blus de pan af met wijn. Voeg als de wijn verdampt is de kokende bouillon beetje bij beetje toe. Voeg wat zout toe.

Voeg de venkel toe. Blijf de risotto met een houtenlepel roeren terwijl je steeds bouillon toevoegt. Houd de rijst met voldoende bouillon tegen de kook aan.

Controleer na 20 minuten of de rijst gaar is. Neem een rijstkorrel tussen duim en wijsvinger en druk de rijstkorrel plat. Als je 3 minuscule rijstpuntjes ziet is de rijst bijna gaar. Breng de rijst op smaak met kaas, zout en versgemalen peper. Voeg de boter toe. Draai het vuur uit en laat de risotto 5 minuten rusten.

Verhit 2 eetlepels olie in de wok, voeg de garnalen toe en schep regelmatig om tot ze in ca. 4 minuten goudgeel zijn gebakken.

Verdeel de risotto over vier diepe borden, schep de garnalen eroverheen. Strooi de venkeltoppen er overheen.

Serveertip

Lekker met fijngehakte platte peterselie en versgeraspte citroenschil.

Bron
Het Grote Sinterklaas Kookboek